Overzicht

Wat is Magnetic Resonance Imaging (MRI)?

Beeldvorming met magnetische resonantie maakt gebruik van een sterk magnetisch veld om doorsneden van het inwendige van het lichaam te creëren. In tegenstelling tot computertomografie (CT), maakt magnetische resonantiebeeldvorming gebruik van radiogolven in plaats van röntgenstralen. Zacht weefsel zoals de hersenen of interne organen kunnen heel goed worden weergegeven door middel van magnetische resonantietomografie. Bij het onderzoeken van benige structuren is het waarschijnlijker om CT te gebruiken. Diagnostisch relevant is ook het vermogen om dynamische processen in kaart te brengen, zoals metabole processen in de hersenen.

Magnetic Resonance Imaging – met een zeer complexe techniek voor het doorsnedebeeld

Beeldvorming met magnetische resonantie maakt gebruik van de alomtegenwoordige protonen in lichaamsvloeistoffen en vetweefsel. Een magnetisch veld – ongeveer 20.000 keer sterker dan het magnetische veld van de aarde – lijnt de spins, de magnetische eigenschappen van de protonen, uit. Nu, als extra energie in de vorm van een radiopuls – typische frequenties op 50 MHz – worden geleverd, kantelt u enkele spins in een meer energetische toestand. Wanneer energie vrijkomt, keren ze snel terug naar hun oorspronkelijke staat. Er wordt een MR-signaal gegenereerd. Het hangt af van de chemische omgeving van de protonen, zoals vet, spieren of bloed, en kan door de computer worden omgezet in grijsschaalafbeeldingen. Bij magnetische resonantietomografie worden de onderzochte lichaamsgebieden “ontbonden” in dunne lagen en worden de verkregen plakbeelden weergegeven op een monitor. De afbeeldingen kunnen worden blootgesteld aan films vergelijkbaar met CT- of röntgenfoto’s.